Wat is er onderzocht?
De relatie tussen bepaalde eiwitten in het bloed en hersenveroudering. Chinese onderzoekers zochten naar biomarkers in het bloed die aangeven hoe snel of langzaam iemands brein veroudert, in vergelijking met de rest van het lichaam.
Hoe is dat onderzocht? Met behulp van een machine-learning model. Dat model schatte de 'hersenleeftijden' van meer dan 10.000 mensen op basis van hersenscans. Vervolgens combineerden de onderzoekers duizenden scans met bloedmonsters en analyseerden ze 2.922 eiwitten. Hieruit identificeerden de wetenschappers 13 eiwitten die gelinkt waren aan een groot verschil in hersenleeftijd en chronologische of wel echte leeftijd, de zogenaamde “hersenleeftijds-gap”.
De hersenleeftijds-gap
De onderzoekers creëerden een model om de hersenleeftijd te berekenen op basis van hersenkenmerken zoals volume, oppervlakte en witte-stofverdeling. Ze zochten naar eiwitten die een grote hersenleeftijds-gap veroorzaken.
Waarom is dat onderzocht? Om nieuwe behandelingen te ontwikkelen voor dementie en andere leeftijdsgerelateerde hersenaandoeningen. Door biomarkers te vinden die gelinkt zijn aan hersenveroudering, zouden wetenschappers doelgericht middelen kunnen gaan inzetten om deze processen te vertragen of te stoppen.
Waarom is dat belangrijk? De hoop is dat deze ontdekkingen leiden tot vroege diagnose en aanpak bij hersenaandoeningen, waardoor de kwaliteit van leven voor miljoenen mensen kan worden verbeterd. Bovendien kunnen deze inzichten het ontwikkelingsproces van nieuwe behandelingen versnellen.
Kritische leeftijden voor hersenveroudering
In een afzonderlijke analyse vond het onderzoeksteam dat veranderingen in bloedeiwitten pieken op drie specifieke leeftijden: 57, 70 en 78 jaar. Elk van deze leeftijden markeert een unieke fase van hersenveroudering. Zo waren de meeste verschillen die ze bij 57-jarigen vonden, verbonden aan metabolisme, wondgenezing en geestelijke gezondheid. Terwijl ze bij testpersonen van 70 jaar vooral eiwitten vonden die te maken hadden met hersencel functies waardoor deze mensen risico lopen op dementie en beroerte. Bij 78-jarigen vond men meer eiwitten die verbonden zijn met ontstekingen.
Implicaties en vervolgstappen
Wetenschappers gebruiken deze resultaten voor verder onderzoek naar vroege diagnose en aanpak bij hersenaandoeningen. Daarnaast moeten ze nog extra onderzoeken doen, onder andere in proefdieren, om uit te zoeken waar deze eiwitten vandaan komen, om te bevestigen welke eiwitten het best als indicatie voor hersenveroudering kunnen dienen en om te onderzoeken hoe deze eiwitten hersenveroudering beïnvloeden, met name in verschillende bevolkingsgroepen.
Bron: Nature dec 2024 doi: 10.1038/d41586-024-04055-0